Geschiedenis van de tangomuziek
Eigenlijk weet niemand precies te vertellen waar de oorsprong van de tango ligt. Het is niet te achterhalen, simpelweg omdat er in die tijd (voor de muziek waarschijnlijk al rond 1850) niets vastgelegd is. Maar we hebben flink wat documenten doorgespit en kunnen je in ieder geval de volgende feiten uit de geschiedenis van de tangomuziek vertellen.
Tango orkesten van de beginperiode waren vaak samengesteld uit fluit, viool en gitaar. Of werden gespeeld als solo’s door piano in bijvoorbeeld bordelen en cabarets. De oudste tango die nog steeds in repertoires van tango-orkesten voorkomt is “El Entrerriano”, uit de provincie Entre Rios (tussen rivieren) van de pianist Rosendo Medizabal en werd geschreven in de jaren 1890.
De eerste grote tango werd rond 1905 geschreven door Angel Villoldo: “El Choclo”. Eén van de nummers die door bijna iedereen direct als een tango herkend wordt. Villoldo schreef deze tango als komisch liedje –“choclo” betekent maïskolf, maar hij maakte er iets obsceens van – in de jaren ‘40 werd zijn tekst vervangen door een tekst die trots vertelt: “…met deze tango werd de tango geboren met een schreeuw…”
De grote groep Italianen (met name Napolitanen) die met de enorme immigratie uit Europa naar Buenos Aires komen beïnvloeden de tango met hun meer lyrische manier van vioolspelen en het melodische van het Napolitaanse lied. Invloeden die inmiddels niet meer weg te denken zijn uit de Tango. Korte tijd later, waarschijnlijk rond 1910, arriveert de bandoneon in Buenos Aires. Waarschijnlijk meegenomen door Duitse immigranten of zeelieden. Al snel wordt de bandoneon het instrument en symbool van de Tango.
De teksten van de tango waren in eerste instantie over het algemeen humoristisch (zoals bijvoorbeeld “El Choclo”) en vaak portretteerden ze het straatleven van Buenos Aires. In 1915 schreef Pascual Contursi een tekst genaamd “Mi Noche Triste” (mijn trieste nacht) op een bestaand muziekstuk. Twee jaar later werd dit nummer opgenomen door Carlos Gardel (toen al een beroemde folklore zanger). En of Contursi dit nummer nu serieus of ironisch heeft bedoeld, Gardel bracht de tekst over een in de steek gelaten minnaar met een passie en pijn dat ieder woord geloofd werd. Het succes was enorm en zo werd “tragische liefde” de ruggengraat van het tangorepertoire, werd Tango universeel en Gardel een superster.
Roberto Firpo, pianist en leider van het meest succesvolle tango-orkest van die tijd en bedenker van het standaard tango sextet – twee bandoneons, twee violen, piano en een contrabas – hoort in 1916 een mars geschreven door Gerardo Mattos Rdrigues uit Uruguay, en besluit de mars om te zetten in een tango. Het resultaat is de allerberoemdste Tango: “La Cumparsita”.
De eerste tangomusici waren vooral autodidacten. In 1920 begonnen klassiek opgeleidde muzikanten zich ook op Tango toe te leggen. De meest succesvolle en invloedrijkste onder hen was de violist Julio de Caro. Zijn orkest introduceerde een nieuwe complexiteit en elegantie in de muziek. Ze vertraagden het ritme wat maar maakten zichzelf daardoor niet erg geliefd bij de dansers van die tijd.
Toen kwamen daar in 1935 Juan D’Arienzo en Rodolfo Biagi. D’Arienzo was een violist, geen beste echter en hij stopte met viool spelen om zijn orkest te gaan leiden. Iets waar hij veel meer talent voor bleek te bezitten, aangezien hij zowel over bijzonder goede smaak als enorme kwaliteiten als showman bleek te beschikken. Samen met pianist Rodolfo Biagi creëerde hij een snellere stijl met een karakteristiek “elektrisch” ritme die door de dansers als onweerstaanbaar werd ervaren. Hoewel muziekliefhebbers gechoqueerd waren door wat zij als een gebrek aan subtiliteit en muzikale innovatie zagen, konden de dansers het uitermate waarderen en zij stroomden massaal terug naar de dansvloer. Het nieuwe ritme was enorm invloedrijk voor iedereen, zelfs de Caro (die in eerste instantie uiterst negatief op D’Arienzo reageerde) paste zijn tempo aan eind 1930.
Het jaar 1935 wordt gezien als het begin van het gouden tijdperk van de Tango, gevolgd door een enorme creativiteit op elk front. De dans groeide uit tot één van de mooiste parendansen ter wereld. Componisten, arrangeurs, tekstschrijvers en zangers kwamen tot nieuwe hoogtes. Er waren meer grote, geweldige orkesten dan je kon tellen, waaronder de orkesten van Anibal Troilo, Carlos di Sarli, Miguel Caló, Lucio Demare, Alfredo de Angelis en Osvaldo Pugliese. Het was de periode van de tango waarin elke tak van deze kunstvorm het meest geïntegreerd was in de andere takken en ze elkaar aanspoorden tot nóg betere resultaten.
Eind veertiger jaren splitsten muziek en dans zich echter weer op. Muzikanten raakten geïnteresseerd in het spelen voor concertzalen, plaatopnames of radio-uitzendingen die er vooral waren om naar te luisteren en niet zozeer om op te dansen. Zangers werden sterren in films en op plaat en wilden bevrijd zijn van het ritmische stramien opgelegd om de dansers te plezieren.
In 1950 vertrekt een briljante bandoneonist, Astor Piazzolla, naar Parijs om klassieke componeren te studeren met Nadia Boulanger. Hoewel in Buenos Aires geboren, was hij al op jonge leeftijd meegenomen naar de Verenigde Staten waar hij langere tijd woont en kennis maakt met de Blues en Jazz. Als tiener komt hij terug in Buenos Aires en begint te spelen bij het orkest van Anibal Troilo waarvoor hij een aantal prachtige arrangementen schrijft voordat hij zijn eigen orkest samenstelt in 1946. Omdat hij zich omringt weet met enorme muzikale rijkdom realiseert hij zich dat het moeilijk zal zijn om het succes waarnaar hij streeft te krijgen. Hij neemt elementen van de tango, van de jazz die hij hoorde in de Verenigde Staten en klassieke ideeën en creëert wat hij “Tango Nuevo” (nieuwe tango) noemt. Hij maakt tango met jazzy ritmes, bedoeld om naar te luisteren en niet om op te dansen. Toch zal juist zijn muziek het begin markeren van de herleving van de tango, zowel de muziek als de dans.
Als Piazzolla’s Tango Nuevo voor het eerst gehoord wordt in Buenos Aires veroorzaakt het een uitbarsting. Velen zeiden dat deze muziek zo ver van de traditie verwijderd was dat het helemaal geen tango kon worden genoemd. Maar de kruisbestuiving van Noord Amerikaanse en Europese vormen creëerden iets dat toegankelijk en aantrekkelijk was voor mensen die niet met de tango waren opgegroeid. Piazzolla’s succes in de rest van de wereld maakte dat men in Buenos Aires milder op hem reageerde. Muzikanten en ook podiumdansers vonden het vrijere ritme aantrekkelijk en met het bijna verdwijnen van de sociale dansers, volgde de nieuwe tangomuziek voornamelijk Piazzolla’s voorbeeld.
De hernieuwde interesse in de dans van midden jaren tachtig, hernieuwde ook de interesse in tangomuziek van de Gouden Tijd. De muziek werd opgeschoond en opnieuw uitgebracht. Verzamelaars vonden de meest zeldzame muziekstukken terug. Er kwam een 24 uur radiostation, FM Tango, al snel gevolg door een kabelstation Solo Tango. En inmiddels levert de zoekterm “tango” 418.000.000 resultaten bij Google.
Een nieuwe generatie van dansers en muzikanten, opgegroeid met Tango Nuevo of zonder enige vorm van tango herontdekten de tradities. Veel nieuwe orkesten zijn nog steeds zwaar beïnvloed door Piazzolla, maar er worden ook veel nieuwe stukken geschreven op de traditionele manier, tango’s voor dansers.
Dat er behoefte aan nieuwe muziek bestaat blijkt ook uit het gebruik van niet tangomuziek om toch tango op te dansen. Niet iedereen is hier even gecharmeerd van, maar het is wel begrijpelijk. Toen wijzelf begonnen met de tango (rond 1990) gebruikten we cassettebandjes met tangomuziek, gevolgd door CD’s van oude opnames. Op een gegeven moment heb je echt behoefte aan een stuk muziek zonder ruis en kraak, we leefden niet voor niets in 1990. In die tijd werd er op salons al regelmatig gebruik gemaakt van wat wij nu “tango anders” noemen. Wereld- en andere muziek met een voor tango dansbaar ritme.
Nu, anno 2015, is er nog veel meer hippere muziek bij gekomen. Naast een heleboel fusions (tango-jazz, tango-flamenco, tango-salsa etc.) is er ook een vorm die wij electrotango noemen, maar door anderen neotango genoemd wordt. Tango met een elektronische beat en sound.