Geschiedenis van de tango

De Argentijnse tango heeft zijn oorsprong rond 1880. De immigratie naar Buenos Aires van onder andere Europeanen op weg naar een “gouden toekomst” is zo massaal dat er al snel niet genoeg plek is voor iedereen. De meeste immigranten (vooral mannen op zoek naar het geluk) kwamen, samen met van het platteland gekomen Argentijnen, terecht in zogenaamde conventillos (huurkazernes). Uit deze mengelmoes van culturen, verschillende talen en gewoontes (én een heleboel tijd waarin verdriet, heimwee en de liefde goed overdacht konden worden) ontstond de tango.
In eerste instantie is de tango dus van de armen. En je ziet veel mannen samen dansen door het enorme mannenoverschot in de stad. De tango is vooral te vinden in theaters en vage clubs en wordt flink geoefend op de patio’s van de convetillos.

De dans is altijd de drijvende kracht achter de ontwikkeling van de muziek geweest, zo was het ook de dans die de muziek de wereld in bracht. Jonge mannen van de rijkere Argentijnse families werden naar Europa gestuurd om te studeren. Deze jongemannen hadden veel vrije tijd in bordelen en clubs te besteden gehad en daar de tango leren dansen. De beschaafde burgers uit Parijs kwamen zo met deze dans in aanraking en raakten er verliefd op, niet lang daarna was heel Europa gevallen voor de tango. Dit had grote gevolgen ook voor de tango in Buenos Aires. De elite, die tot dan toe nooit openlijk toegaf de tango te waarderen, kon ineens toegeven voor deze dans gevallen te zijn. Zo deed de tango openlijk zijn intrede in de rijkere salons.

In de jaren veertig bloeit de tango volop. Door de oorlog in Europa is Argentinië op zichzelf aangewezen wat betreft grondstoffen e.d., dit veroorzaakt een enorme economische groei. Door de behoefte aan mankracht is er nauwelijks nog werkeloosheid en in tegenstelling tot voor 1943 was er geld genoeg. Onder deze gunstige omstandigheden vinden ook musici genoeg werk, niet alleen door de behoefte aan vermaak, maar ook omdat de heersende democratie de volksmuziek in ere herstelde.

Als in de jaren vijftig het inmiddels herstelde Europa de Zuid-Amerikaanse markten weer begint te heroveren komt aan dit alles een einde. Radio, kranten, tijdschriften, de bioscoop en de opkomende televisie zorgen voor een verschuiving van interesses. Maar de tango lijdt vooral onder de staatsgreep van 1955. De nationalistische regering van Perón had Argentijnse muziek aangemoedigd, onder andere door regels over hoeveel buitenlandse muziek op de radio gespeeld mocht worden. Het nieuwe regime echter was bij voorbaat achterdochtig over alles wat “Argentijns” was omdat het nationalisme impliceerde en dus Perón. Vandaar dat zij het de tango moeilijk maakten en het importeren van buitenlandse muziek aanmoedigden waardoor Rock en Roll zijn intrede in Buenos Aires maakt. Tegelijkertijd was het verboden om met meer dan 3 mensen bij elkaar te komen, omdat men bang was voor politieke manifestaties. Zo werd het onmogelijk publiekelijk dansfeesten te organiseren en kwam de Tango terecht in de ondergrondse beweging. Tango veranderde in slechts een paar jaar van een massale beweging waaraan het overgrote deel van de bevolking van Buenos Aires aan meedeed in een vervolgde activiteit met een groot aantal grote artiesten op zwarte lijsten of zelfs in de gevangenis voor hun connecties met Perón.

De val van het militaire regime in 1983 en het wereldwijde succes van de show “Tango Argentino” bracht de Tango terug in de spotlights. Haastig in elkaar geflanste tangoshows schoten als paddenstoelen uit de grond en begonnen de show “Tango Argentino” de wereld rond te volgen. Jonge mensen raakten geïnteresseerd in hun “Argentijns-zijn” en wilden de Tango leren dansen. Dansgelegenheden die tot die tijd alleen maar “underground” opereerden heropenen hun deuren en mensen die in geen 25 of 30 jaar gedanst hadden betraden de dansvloer weer.

De tango heeft in Europa na zijn introductie rond 1905, ondanks het verbod dat door de Paus werd opgelegd, aardig weten te overleven tot aan de Eerste Wereldoorlog. In 1914 komt de tango ook aan in Nederland waar al snel een discussie ontstaat over het wel of niet toevoegen van “deze moderne dans” aan het lespakket van de dansscholen. Rond 1925 komt er een tweede tangogolf, dit keer onder de naam “Franse tango”. In Engeland wordt, zoals zoveel dansen, ook de tango gestandaardiseerd en omgetoverd tot een toelaatbare versie, de “Europese tango” en zo zijn er ineens twee versies van de tango. De Tweede Wereldoorlog weet aan deze golf een einde te maken.

Mede dankzij de muziek van Astor Piazzolla die midden jaren zeventig in de belangstelling komt te staan en de tangoshows die begin jaren tachtig door Europa en Amerika reizen, bloeit de tango weer helemaal op. Inmiddels heeft de tango de hele wereld veroverd (of is het heroverd), er is geen continent waar de tango niet gespeeld en gedanst wordt. Het is als het nieuwe Esperanto, een universele taal.

—De Tango in Nederland—

 

Mooie sites met nog veel meer geschiedenis van de tango:
Maaike Meijer en Rosemarie Buikema
http://www.history-of-tango.com/