Geschiedenis van de dans

De geschiedenis van de dans is nog maar weinig beschreven. De dans is heel organisch ontstaan en heeft zich door de jaren heen enorm ontwikkeld. En niet ontwikkeld als in complexer of veelzijdiger geworden, want complex en de veelzijdig was de dans altijd al. Maar wel ontwikkeld op het gebied van de analyse, de techniek en de manier van overdragen, onderwijzen.

Heel in het begin vind je veel mannen die met elkaar dansen. Of dit nu is geweest omdat je het eerst met een man moest leren, of omdat er nu eenmaal veel meer mannen dan vrouwen waren maakt niet veel uit, maar het heeft geheid invloed op de dans zelf gehad. De danshouding is stevig en dichtbij elkaar, en als je de enkele filmbeelden ziet die er bestaan van lang geleden dan worden de dames stevig geleid. Als de elite de smaak te pakken krijgt en de dans zich meer door de stad verspreidt ontstaan er meer stijlen. Elke wijk kent zo’n beetje zijn eigen stijl. In het centrum, daar waar de dansvloeren vol zijn, wordt dichter bij elkaar gedanst en met minder ingewikkelde passen. Maar bijvoorbeeld in een buitenwijk waar meer ruimte is worden met gemak de meest ingewikkelde passen geïmproviseerd op de dansvloer. En daar waar men zich meer chique voelt, wordt verder uit elkaar gedanst en schreiden ze slechts met rechte passen over de dansvloer, geen “frivole draaiingen” kortom, geen ocho’s en giro’s.
Eén ding hebben alle stijlen gemeen: improvisatie. Oké twee dingen, ook de omarming lijkt typisch voor de dans.

copesJuan Carlos Copes (op de foto met Maria Nieves) is de eerste tangodanser die choreografeert voor een grote show. Hij werd daarmee de grondlegger van hét concept voor tangoshows. Nog altijd worden de meeste shows volgens dit concept vormgegeven. Samen met zijn danspartners, waarvan Maria Nieves de bekendste, veroverde hij de wereld. En in 1983 creëert hij de show “Tango Argentino” die mede verantwoordelijk is voor de revival van de tango. Copes is een levende legende.
Gloria en Eduardo, komen wat later in beeld en worden onder andere bekend als danspaar in de tangoshow van Copes.
Een andere belangrijke naam is die van Antonio Todaro. Hij wint in 1949 een danswedstrijd en besluit daarop als danser en dansleraar zijn brood te verdienen. Hij is echter nog lang aangewezen op zijn werk als metselaar en zal zelf nooit in theaters optreden. Wel is hij de leraar van vele latere beroemdheden. Zo heeft hij midden jaren tachtig de inmiddels wereldberoemde Miguel Angel Zotto en Milena Plebs opgeleid. En hij zal als eerste lesgeven in Amsterdam als midden jaren tachtig de tango hier weer opleeft.

Enkele andere dansparen die ons de tango van toen brachten (en sommigen nog brengen) zijn: Pepito en Susuki, Maria en Rodolfo Cieri, Graziela en Puppy, Mingo en Esther Pugliese, Tete.
En in Europa wellicht wat minder bekend, maar daarom niet minder belangrijk: Petroleo (video met o.a. Petroleo en Mingo Pugliese), Virulazo en Elvira (video met Virulazo en Elvira) en zo kan ik nog wel even doorgaan.

Als de tango zijn laatste opleving bereikt zijn er niet veel goede docenten. De meeste dansers dansen wel maar hebben geen flauw idee hoe ze eigenlijk dansen en wat ze precies doen. Ze kunnen voordoen en je in de juiste richting sturen maar hebben zelf nooit echt geanalyseerd wat ze precies deden. Zo herinner ik me nog de les van Antonio Todaro, als ik niet deed wat hij wilde gaf hij een tik op het been dat het fout deed en riep keihard “no” het wilde er bij hem bijvoorbeeld ook niet in dat ik echt wel Spaans sprak. En Pepito danste zijn variaties voor met alle dames uit de les en dan moest je het gewoon weten en konden de heren ons nadoen, tenminste ik denk dat hij dat dacht.

roberto en vaninaVan de nieuwere generatie zijn Roberto en Vanina (foto links) grote voorbeelden voor ons geweest, maar uiteraard ook de grote namen zoals Zotto en Milena. Zij waren weer van een heel andere orde. Opgeleid om op te treden brachten zij heel duidelijk de tango van het podium. Heel gedisciplineerd waren hun lessen en zij trainden je op techniek en zorgden dat je hun figuren precies kon nadoen. Nog altijd ontbrak een soort basis.

En toen kwam Gustavo Naveira. Eén brok tango en daarbij ook nog eens heel handig in het analyseren van die dans. Begin jaren 90 kwam er meer behoefte aan het begrijpen van de tango, waarom werkte het zo, hoe moest je dan leiden, wat deden we nu eigenlijk? Wijzelf waren begonnen met het uitpellen van de dans en reduceerden de tango tot 3 passen, vooruit, achter, opzij en daarbij de optie tot een pas op de plaats. Dat in verschillende composities ten opzichte van elkaar en je hebt alle passen van de tango. Gustavo, wonend in de stad waar het allemaal begon en omring door enkele super fanatieke jonge dansers (o.a. Fabian Salas en Mariano (Chicho) Frumboli) ging nog veel verder. Niet alleen analyseerde hij, hij benoemde de bewegingen, vond structuren en bedacht vele nieuwe mogelijkheden aan de hand van wat hij ontdekt had. Gustavo Naveira kan om die reden dan ook gezien worden als grondlegger van de moderne tango.
Maar tegelijkertijd kwamen er ook jonge dansparen op die niet perse bij Gustavo vandaan kwamen en toch een frisse wind door de tango lieten gaan. Ik zie nog Claudia en Esteban voor me bij een van hun eerste optredens in Nederland, nog altijd bewonderen we ze voor hun elegantie en gedisciplineerde dans. Julio Balmaceda veroverde langzaam de dansvloer en zette zich helemaal op de kaart toen hij met Corina de la Rosa ging samen dansen. Helaas zijn zij in 2014 uit elkaar gegaan. Pablo Veron, wereldberoemd geworden door de film “the Tango lesson” bij wiens moeder we de twee eerste keren dat we in Buenos Aires waren een kamer huurden.
De veel te vroeg overleden Omar Vega, waar ik nog menig rondje mee over de dansvloer heb geswingd, want dat deed hij binnen de tango, swingen. Eduardo Capussi en Mariano Flores met hun theatrale zwart/wit tango’s. Osvaldo Zotto, inderdaad de broer van en ook te vroeg heengegaan. En zo zijn er nog meer, veel meer, te veel om op te noemen.

04f9fede1db2524ec0aee4c64fc74843.jpgEn dan is er de huidige generatie jonge dansers die rondtrekt. Heel veel jonge paren, allemaal even getalenteerd, maar toch vinden we daar net niet de vernieuwers tussen die we in de golf tangodansers van hiervoor wel leken te vinden. Niemand zoals Chicho (met Juana op de foto) die het woord ritme een heel andere dimensie wist te geven en tegelijkertijd op zoek ging naar de uitersten in beweging. Geen Sebastian en Mariana, die super traditioneel begonnen, zich vervolgens een flink aantal jaren op het Chicho-pad begaven om nu nog sterker terug te keren naar de traditionele showtango. Geen Julio die die een duidelijk keuze maakt voor muziek, muziek en nog eens muziek. Wat ik bedoel te zeggen is dat ik de huidige generatie dansers echt heel kundig vind en ik benijd ze hun doorzettingsvermogen en discipline, maar als ik heel eerlijk mag zijn dan mis ik vaak wel een soort eigenheid. Op dit moment zijn veel dansparen meer van hetzelfde, daar waar zo’n 20 jaar geleden mensen meer op zoek leken te zijn naar een eigen identiteit binnen dezelfde discipline. Maar dat is alleen maar goed, het laat zien dat de tango open staat voor alles en iedereen en dat komt de diversiteit van de tango alleen maar ten goede.

—Tango in NL—