De tango
De Argentijnse tango is een improvisatiedans waarin de een leidt, de ander volgt en samen volg je de muziek. Er ligt niets van te voren vast en de variatie in muziek en vaak ook in danspartners maakt dat je nooit twee keer eenzelfde tango zult dansen. Dit improviseren zorgt ervoor dat wanneer je aan het dansen bent je helemaal moet opgaan in de muziek en je danspartner. Deze focus op het nu, geeft een bepaalde concentratie, je moet je er helemaal voor geven. En dat is passie: ergens met hart en ziel voor gaan.
De Argentijnse tango is als een taal, je bouwt een vocabulaire op (passen en figuren), leert de grammatica (de techniek), op de dansvloer laat je je meenemen op de muziek en je voeten schrijven jullie verhaal bij de muziek. Het is gebaseerd op lopen en je maakt het zo ingewikkeld als je zelf wilt. De tango leert je over houding, balans en coördinatie. Over je krachten, je grenzen en je wensen. En over samenwerken, improviseren, vooruitdenken maar juist ook om in het moment zijn. Het maakt je hoofd leeg en je hart warm.